at doet homeopathie?
Homeopathie werkt anders dan reguliere geneesmiddelen. Daardoor kan het werken wanneer reguliere geneeskunde niet werkt en daardoor is het veilig. Alles wijst erop dat een homeopathisch geneesmiddel een signaal geeft aan het natuurlijk herstelvermogen van een levend systeem. Dit herstelvermogen is nog onbegrepen, evenals homeopathie. De uitgangsstof van een homeopathisch geneesmiddel is giftig voor een gezond persoon. Wanneer een ziekte lijkt op de vergiftigingsverschijnselen van die stof kan de ziekte hiermee genezen. Dit principe wordt ook in de reguliere geneeskunde toegepast, bijvoorbeeld bij vaccinaties.
Homeopathie is veilig door het bereidingsproces, stapsgewijs verdunnen en schudden (potentiëren). Hierdoor verandert iets in het oplosmiddel en ontstaat een ander werkingsmechanisme en een andere werking. Bij acute klachten werkt homeopathie snel, maar bij lang bestaande klachten bouwt het effect heel geleidelijk op. Verschillende klachten genezen op hetzelfde middel, omdat het natuurlijk evenwicht in het hele systeem stap voor stap herstelt.
Het homeopathisch geneesmiddel moet bij het type mens passen en niet alleen bij de kwaal. Sinds we meer weten over de menselijke genen wordt erkend dat dit ook voor reguliere geneesmiddelen zou moeten gelden: persoonsgerichte geneeskunde.
Ook het principe van potentiëren sluipt binnen in de reguliere geneesmiddelen: nanogeneesmiddelen kennen verdunningen tot 10 tot de negende macht (D9). Het ontstaan van nanodeeltjes is ook bij het homeopathisch bereidingsproces aangetoond.
We gaan steeds beter begrijpen hoe homeopathie werkt, maar we zijn er nog niet. Voorlopig kunnen we homeopathie zien als een baken in de toekomst. Het werkt in de praktijk en is zeer reproduceerbaar. Genoeg redenen om de methode met wetenschappelijk onderzoek verder te ontwikkelen en beter te begrijpen. Homeopathie nodigt wetenschappers uit eens echt ‘outside of the box’ te denken, of, zoals Einstein zei:
“We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them.” Einstein