uttig onderzoek
Het nut van het dubbelblind onderzoek (RCT) is betrekkelijk. Het zegt dat een middel beter werkt dan een placebo, maar wat heeft de patiënt daaraan? Bij veel medicijnen is het middel dan nog in minder dan de helft van de gevallen effectief; en bij wie dan wel en wie niet?
Sinds de opkomst van farmacogenetica weet ook de reguliere geneeskunde dat een geneesmiddel niet alleen bij de kwaal moet passen, maar ook bij de persoon. Dit heet personalised medicine en is in de homeopathie al twee eeuwen bekend. De PROGRESS werkgroep zet zich in voor de ontwikkeling van personalised medicine, in het hele veld van geneeskunde:
Personalised models of care can be developed for any type of treatment. Symptoms and behavioural and psychosocial characteristics may also be prognostic. PROGRESS Working Group
Prognosis/prognostic factor onderzoek is daarmee uitermate geschikt voor homeopathie. Aan de hand van de informatie die de patiënt ons verschaft kunnen we uit de vele mogelijke homeopathische middelen de meest waarschijnlijke kiezen.
Nederlandse homeopathische artsen zijn sinds 2004 bezig met prognostic factor onderzoek. Zo hebben wij bij 4.094 patiënten in 10 praktijken onderzocht welke middelen waarschijnlijker worden wanneer een patiënt in zijn slaap tanden knarst. Dit is een symptoom dat in de homeopathische praktijk bruikbaar blijkt en ervaring wijst uit dat dit onder andere wijst op het middel Belladonna.
In ons onderzoek reageerden 21 patiënten goed op Belladonna, waarvan 6 tanden knarsten in hun slaap (28,6%). In de rest van de populatie was de prevalentie van tandenknarsen 5,2%. Hiermee wordt de likelihood ratio (LR) van het symptoom ‘Tandenknarsen in de slaap’ voor Belladonna 5,5 (95% CI 2,75 to 10,90). Deze informatie is voor de homeopathische arts en zijn patiënten nuttiger dan bijvoorbeeld dubbelblind onderzoek dat uitwijst dat homeopathie werkt bij middenoorontsteking.