De Nederlandse overheid zegt dat de patiënt kan kiezen tussen homeopathie en reguliere geneeskunde, en dan moet kiezen voor regulier omdat daarvoor bewijs is. De homeopathische artsen horen echter iets heel anders van hun patiënten. Hierbij enkele voorbeelden.

In mijn praktijk heeft de grote meerderheid van de patiënten  meer dan één aandoening. Voor mensen met meer dan één aandoening is gangbaar wetenschappelijk bewijs niet geldig, want deze worden uitgesloten van wetenschappelijk onderzoek.

De meeste  patiënten hadden bij hun eerste homeopathisch consult langer dan twee jaar (en velen nog veel langer) klachten en geen resultaat op reguliere behandeling.

Zeer ervaren patiënten zijn het dus niet eens met de Nederlandse overheid: er is geen regulier alternatief voor homeopathie. Weet de Nederlandse overheid het dan beter? Nee, want de Amerikaanse overheid heeft het al uitgezocht: volgens de meest gezaghebbende bronnen is van de reguliere geneeskunde ongeveer 41% (mogelijk) effectief, van alternatieve geneeskunde ongeveer 38%. En dan praten we nog niet over patiënten met meer dan één aandoening.