ffectiviteitsbewijs
Inmiddels (2015) is een kleine 200 RCTs (dubbelblind studies) naar het effect van homeopathie uitgevoerd. De eerste grote review van RCTs uit 1991 (Kleijnen, BMJ) concludeerde al dat het effectiviteitsbewijs niet onder deed voor regulier bewijs.
“The amount of positive evidence even among the best studies came as a surprise to us. Based on this evidence we would readily accept that homeopathy can be efficacious, if only the mechanism of action were more plausible.” (Kleijnen et al)
Bij deze review was overal gezocht naar ongepubliceerde trials (publication bias), en ook een redelijk aantal gevonden. Publication bias komt met name in de reguliere geneeskunde veel voor omdat redacties van medische tijdschriften negatieve resultaten niet ‘sexy’ vinden. Publication bias is dus bij homeopathie minder aanwezig dan bij de meeste reguliere reviews. Desondanks wees deze review op een statistisch significant positief effect voor homeopathie. Voor zover wij weten is nog nooit een reguliere methode op grond van wetenschappelijk bewijs erkend.
Ook uit een latere meta-analyse in 1997 (Linde, Lancet) bleek de hypothese dat homeopathie uitsluitend op placebo-effect berusten onhoudbaar. Op grond van deze meta-analyse daagde de epidemioloog Vandenbroucke in de jubileumlezing van the Lancet (1998), en later in de Gezondheidsraadlezing 1999, zijn gehoor uit op de grafische voorstelling van de homeopathie trials (funnel plot) te vergelijken met ieders favoriete geneeskundige methode.
Hierop merkte de Zwitserse epidemioloog Egger (BMJ 2001) op dat in een funnel plot kwaliteit niet zichtbaar was. Trials van slechte kwaliteit geven een te positief resultaat weer. Egger (Shang/Egger, Lancet) publiceerde in 2005 een vergelijking van 110 homeopathie trials met evenveel reguliere trials. Hieruit bleek juist dat de kwaliteit van homeopathie trials beter was: 21 goede studies tegen 9 goede reguliere studies. Bovendien had de homeopathie groep 16 ongepubliceerde trials, tegen regulier geen. Bij elkaar was er meer bias bij 28 van de 110 (25%) reguliere studies. Deze auteurs vonden ook een duidelijk effect bij acute bovenste luchtweginfecties.
“For the eight trials of homeopathic remedies in acute infections of the upper respiratory tract that were included in our sample, the pooled effect indicated a substantial beneficial effect (odds ratio 0.36, [95% CI 0.26-0.50]).” Shang/Egger